'ik voel me het prettigst bij een eerlijk verhaal'
We spreken Mark Verrips in zijn werkkamer. Een plek waar hij ook graag gefotografeerd wil worden. Zijn eerdere idee was een foto op het strand te gaan maken. “Het strand is een mooie plek, maar dat is een plek voor recreatie en vrije tijd. Deze werkplek is een plek in mijn leven. De dood hoort namelijk bij het leven.”Mark Verrips (62) is een nakomertje in gezin met 4 kinderen. “Ik had een mooie jeugd en kijk daar met plezier op terug.” Met 3 oudere zussen heeft het hem aan warmte en aandacht niet ontbroken. Het eventuele gemis aan een broertje om mee te voetballen kreeg hij dubbel terug toen de zwagers in beeld kwamen. Hij noemt zichzelf een gelukkig mens qua relaties. Mark is getrouwd, heeft 3 kinderen, 2 schoonkinderen en 2 kleinkinderen. Opgegroeid in een protestants gereformeerde omgeving met christelijke leeftijdgenoten kwam in zijn pubertijd de bewustwording dat het geloof belangrijk voor hem was. De beslissing om na zijn middelbareschooltijd theologie te gaan studeren noemt hij meer een ontdekkingstocht dan een roeping. In eerste instantie is hij niet enthousiast omdat hij alleen maar saaie dominees kent. Als hij zich realiseert dat zijn belangstelling voor geschiedenis, filosofie en psychologie ook binnen deze studie vallen kiest hij er toch voor. Na de studie komt de bewustwording dat het predikantschap wel een baan is die goed bij hem past.
Hoed
Zijn eerste ervaring met een overlijden is zijn oma als hij 12 is. Oma leefde bij het gezin in huis en hoorde bij het dagelijks leven. Hij herinnert zich vooral de reactie van zijn moeder toen ze het hem vertelde. “Ze wekte me met hele wilde ogen. Ik kende mijn moeder zo niet. Ik herinner me zwarte auto’s en de begraafplaats. Een oom uit Zwitserland die er ineens was en dat die oom niet wist of hij zijn hoed nou wel of niet moest afzetten. Dat soort dingen vielen me op. Het werd gezellig de avond na de begrafenis. De spanning komt eruit. Ik weet nog dat me dat verbaasde. Zo werkt het blijkbaar.”
Beroepsmatig komt Mark regelmatig met de dood in aanraking. De uitvaarten van kinderen en jongeren blijven hem daarbij het meeste bij. Op de vraag of hem dat ook heeft veranderd antwoordt Mark: “Ik heb het besef dat je verbonden blijft in leven en sterven, maar de logica waarom de één vroeg gaat en de ander laat is me niet duidelijk. Ik zie in beeldspraak dat mensen zeggen “de Heer heeft weggenomen”, maar dat versta ik als dat mensen na de dood in Gods hand zijn en niet dat ze actief worden weggegrepen. Het is een mysterie waar we als mens geen toegang hebben. Met al deze raadsels sta ik dan aan de verschillende graven. Soms boos, soms opgelucht. Hij of zij hoeft niet verder.” Hij vindt het mooi om een concrete bijdrage te kunnen leveren in zijn rol als predikant. “Ik heb gevoel voor drama en kan soms zomaar in tranen zijn bij een uitvaartplechtigheid. Vooral bij muziek. Het kan me zomaar overvallen. Dan zit ik bij een doodnuchtere familie en ken ik de persoon die is overleden helemaal niet, maar dan raakt het me opeens heel erg. Ik weet ook niet waarom.”
Dictaat
Over zijn eigen uitvaart heeft Mark ook nagedacht en wat dingen op papier gezet. “Ik vind dat je niet te veel moet gaan dicteren. Het is een hulp voor je nabestaanden als je je wensen kenbaar maakt, maar zij moeten het doen op dat moment. Als je het een troost wilt laten zijn voor de betrokkenen moet je niet doorschieten in een dictaat. Kijk, als oma helemaal in de psalmen zit en de jongeren hebben niets meer met de kerk, dan zou het mooi zijn als er iets bij is waar zij ook mee verder kunnen.” Bang is hij niet. “Ik ben niet bang voor de ontmoeting met God na de dood. Ik zou bang kunnen worden als ik een aftakelingsproces tegemoet zou gaan. Dat vind ik een hele moeilijke kant van de sterfelijkheid van het leven. Het moeilijkst zal het zijn om van geliefde mensen afscheid te nemen. Het gebeuren rondom je einde is goed om toe te laten. Het scherpt ook je leven als je daar af en toe eens bij stil staat. Heb ik mezelf tekortgedaan? Kansen ontnomen? Zit ik op de goed weg? Ben ik bezig met dingen die ik echt waardevol vind?” Op de vraag hoe hij graag herinnerd wil worden volgt een lange stilte. “Ik voel me het prettigst bij een eerlijk verhaal. Zo doe ik het zelf ook. Het zou het mooi vinden als mensen met plezier konden terugkijken op deze mens. Ach, ik relativeer ook wel hoor. Ik zie al die pogingen van mensen “Forever in ons hart” maar hoe lang gaat dat duren? Misschien 1 generatie? Ik vind dat ook niet zo’n probleem, mensen moeten verder met hun leven.”